Van kapper naar dagbladhandel
“Mijn vader had aan de overkant een kapperszaak”, begint Deborah Vandenbroucke haar verhaal. “Maar al gauw begon hij ook een krantenronde en werd de winkel ook een dagbladhandel, die hij van 1979 tot 2000 heeft gerund. Let wel, papa is heel lang kapper gebleven, hij stopte er pas mee in ’97.”
“Ik heb van kindsbeen af geholpen in de zaak, ik deed dat heel graag. Maar papa wilde wel dat ik leerde werken voor een baas en ik heb een paar jaar als verkoopster gewerkt in een lingeriewinkel. Daarna ben ik bij hem in de zaak gegaan en jammer genoeg is hij in 2000 overleden. Sinds het jaar daarop ben ik dus zaakvoerder.”
Plaats maken voor pakjes
“Onze winkel was vrij klein. Daarom zijn we in 2017 verhuisd naar dit pand. Het was voorheen een bank. Wij hebben de ruimte helemaal gestript, nieuwe vloeren gelegd, nieuw meubilair geïnstalleerd. Gelukkig hebben we heel wat van de werken zelf kunnen uitvoeren.” Vier jaar later volgde er een tweede verbouwing. “We hebben de winkel ongeveer met een derde vergroot”, aldus Deborah Vandenbroucke. “Dat was nodig, ook al omdat de verschillende pakjesdiensten en de wasserij- en nieuwkuisdienst nogal wat plaats vragen.”
“Eigenlijk ben ik nu een beetje een pakjeswinkel”, lacht Deborah. “Ik heb naast bpost nog vijf andere pakjesdiensten in mijn zaak. Niet dat dit reusachtig veel opbrengt, maar het zorgt voor trafiek in de winkel. Met de klassieke producten, pers, loterij en tabak kom je er niet meer als dagbladhandelaar.” Ze toont mij een grote ruimte achter haar toonbank. “Ik breng hier een groot deel van mijn werkdag door. Hier kunnen we alle pakjes netjes stockeren. Dat moet ook, anders ga je van alles door elkaar halen.”
Dagbladhandels die inzetten op het genereren van trafiek via pakjes, durven wachtrijen in de winkel wel eens aanhalen als een minpunt. Niet zo in de zaak van Deborah. “Och, dat valt hier wel best mee”, verzekert ze ons. “Eigenlijk heb ik best lieve klantjes. Misschien is het ook omdat mijn zaak ruim genoeg is en dat de mensen niet opeengepakt staan als ze moeten wachten.”
Nevenactiviteiten uitbesteden
Een lief cliënteel. Habitués? “Voor een stuk wel”, zegt Deborah Vandenbroucke. “Er komen hier wel mensen die mij kennen van toen ik nog een kind was, maar er stoppen hier toch ook nogal wat passanten.”
In het aanbod van “Bij Deborah” zitten verder ook nog het herstel van uurwerken, schoenen en het maken van nummerplaten. “Met die schoenen ben ik aan het stoppen. De man die ze komt ophalen wil zich niet verplaatsen voor minder dan vijf paar. Begrijpelijk, want hij komt van Izegem en met de stijgende benzinekosten...”
“Het voordeel is dat ik alle nevenactiviteiten uitbesteed. Dus ik hoef daarvoor geen bijzondere kennis te hebben, enkel de nodige ruimte en goede handelspartners. De winstmarges van bijvoorbeeld nieuwkuis zijn ook interessanter dan bij de klassieke producten.”
Magazines lopen nog steeds goed
Opvallend veel plaats is er in de zaak voorbehouden aan magazines. “Dat is iets wat hier goed verkoopt”, aldus Deborah Vandenbroucke. “Tijdens de coronaperiode was er echt wel een echte ‘boom’ in de vraag naar tijdschriften. Dat is verminderd, maar het loopt toch nog steeds goed. Naast klassiekers als Dag Allemaal of Humo verkoop ik ook best wat handwerkmagazines en ook tijdschriften over geschiedenis, zoals over de oorlog, doen het goed.”
Sport- en andere weddenschappen komen niet in het aanbod voor? “Klopt. Ik heb dat nog geprobeerd in de kleinere zaak, maar ik kende daar niet genoeg van. En ik heb heus wel werk genoeg met wat er momenteel te doen is.”
Werken met plezier
Intussen is de 42-jarige goedlachse Deborah Vandenbroucke al 24 jaar actief in haar zaak. “Ik werk nog altijd met plezier”, verzekert ze. “We zijn gesloten op zondag en maandagochtend. Het is best wel hard werken, maar dat is overal zo als je je boterham wilt verdienen. Ik heb ook altijd goed opgeschoten met mijn klanten, dat is ook een plus. Sinds september 2021, na de verbouwing, heb ik een meisje in dienst. voor 24 uur in de week.”
“Of er opvolging komt? Ik weet het niet. Ik heb een zoon van 16, maar hij kan eigenlijk niet helpen. Hij moet immers 18 zijn om tabak te mogen verkopen of de Lotto te laten spelen. Ik stond al in mijn pa zijn zaak vanaf mijn twaalfde. Bovendien heeft mijn zoon meer interesse voor de horeca. Wat niet wil zeggen dat hij deze winkel niet zou mogen overnemen van mij.”
Volg de pakjes
Is er nog iets waarvan Deborah denkt dat het haar leven als dagbladverkoopster makkelijker zou kunnen maken? “Eigenlijk niet, ik ben tevreden met alles zoals het nu gaat. Of toch. Gewoon een tip voor mijn klanten. Ze bellen me zo vaak om te weten of hun pakje al toegekomen is. Dat is vaak wat lastig om voortdurend uitleg te moeten geven aan de telefoon. Terwijl op de websites van die pakjesdiensten het toch altijd duidelijk is wanneer ze hun bestelling mogen verwachten. Misschien, als ze dit lezen … (lacht)”