1

Terug van weggeweest: krantenwinkels na hun sluiting

Corona 29 april 2020

Op 21 april besliste ongeveer een derde van de krantenwinkels die eerder vrijwillig sloten om toch weer de deuren te openen. Uit economische noodzaak, omdat de risico’s minder groot werden of sloten ze een tijdje om beroep te doen op het overbruggingsrecht voor april? We luisterden naar het verhaal van enkele ‘heropeners’.

Domino (Eeklo): “Heropgestart uit noodzaak”

“Ik heb drie weken mijn winkel gesloten”, aldus Yoeri Haven. “Dat begon bij de laatste week van maart, omdat we hoopten op die manier de coronapiek te vermijden, wat eigenlijk niet is gelukt. Daarenboven was onze omzet enorm gedaald. We hebben hier ook een afzonderlijke ruimte voor weddenschappen, Bingo en Ladbrokes en dat maakt een aanzienlijk deel van onze recette uit. Aangezien dat helemaal wegviel, besloten we om even te sluiten.”

“Waarom ik terug aan de slag ben gegaan? Gewoon uit noodzaak. Omdat er brood op de plank moet komen. Maar gemakkelijk gaat dat niet. De heropstart verloopt erg moeizaam. Wij zijn gelegen in een Delhaize. Voor de veiligheid van de klanten heeft men zowel de ingang als de uitgang van plaats veranderd. Dat betekent dat de klanten van het warenhuis helemaal niet meer langs onze zaak hoeven te passeren, dat ze eigenlijk een inspanning moeten doen om bij ons langs te komen. Dat betekent dat alles slechts heel langzaam weer op gang komt.”

“Ik heb drie personen in dienst, waarvan er twee momenteel nog technisch werkloos zijn. Ik weet niet wat de toekomst zal brengen. Het is dan ook maar goed dat ik beroep heb kunnen doen op de premies die de staat ons toekent.”

De Kiosk (Gistel): “Ik wou mijn droomjob terug oppikken”

“Het is de tweede week dat we nu terug open zijn”, zegt Annabel Boffel wanneer we haar bellen. “Dat betekent dat we ongeveer een maand gesloten zijn geweest. We deden dat omdat de situatie toch wel erg hevig was. Ik was niet alleen bang om corona te krijgen, maar ook om het door te geven aan mijn klanten. Ik heb ook een dochtertje waarmee ik helemaal geen risico wou lopen. En natuurlijk was er ook de vaststelling dat het bij het uitbreken van de crisis toch wel heel rustig was in de winkel.”

“Kwam daar nog bij dat we in de acht en een half jaar dat we de winkel runnen, we nog nooit een echt verlof hadden genomen. Ik moet zeggen dat die periode van rust me erg veel deugd heeft gedaan. Bovendien zegt men toch ook dat je minder vatbaar bent voor ziektes als je goed uitgerust bent.”

“Maar het houden van een krantenwinkel is altijd een droomjob voor mij geweest. Dus vond ik dat het hoog tijd werd om die terug op te pakken. Met de nodige veiligheidsmaatregelen, een plexiglas, handschoenen en een mondmasker. Al moet ik zeggen dat ik dat laatste alleen gebruik als ik een klant help in de winkel. Ik voel me nu ook om een of andere reden een stuk veiliger. De angst die ik aanvankelijk had, is een stuk verminderd. En al is het nog steeds rustiger in de zaak dan voor de Corona-crisis, de vaste klanten zijn teruggekomen en er komt ook stilaan meer wat passage op gang.”

“De premie, die we konden aanvragen als overbruggingsrecht, hebben we aangevraagd. Het is sowieso toch een steun.”

Achel Press (Hamont-Achel): “Premies zijn een pleister op een houten been”

“Mijn winkel is gelegen vlak bij de Nederlandse grens”, zegt Yvan Suttens. “Ik heb, uit veiligheidsoverwegingen besloten om mijn zaak te sluiten. Het was hier immers heel hectisch met klanten die van over de grens kwamen om vooral tabaksproducten in te slaan.”

“Het was echt niet meer te overzien. Van social distancing was er echt helemaal geen sprake. We zijn gedurende een maand gesloten gebleven.”

“Ik heb besloten weer te openen omdat ik het gevoel heb dat de toestand zich toch beetje bij beetje aan het normaliseren is. De klanten komen, al is het mondjesmaat, weer terug. Ik hoop dat, als de grenzen terug open gaan en het bedrijfsleven weer meer op gang komt, dat mijn omzet ook wel zal toenemen. En die premies, ja, ik heb die aangevraagd. Het helpt natuurlijk, al is het wel een beetje een pleister op een houten been.”